Donderdag 22 november

• Luistertest II

• Grammatica: de progressieve vorm in de verleden tijd
  We maken een oefening in de syllabus p. 31

• De horoscoop
  Een spreekoefening: Wat is je sterrenbeeld? Wat zijn de kenmerken van je sterrenbeeld? Geloof je in de astrologie?
  Woordenschatoefening over de horoscoop (syllabus p. 32-33)
  Een schrijfoefening: Dictee over bijgeloof

• Verzamelen
  Een spreekoefening in groepjes aan de hand van de vragen uit de syllabus p. 27
  

Donderdag 15 november

• Groepsopdracht 'het sprookje'

In een team van 3 à 4 personen schrijven we een Nederlandstalige versie van een sprookje.

• Sport - klasgesprek

Wie doet er aan sport in de klas? Welke sport? Hoe intensief?

• Sport - woordenschatoefening

We maken een woordenschatoefening. Deze oefening vind je hier.

Er is ook een oefening in de syllabus (p. 28-29)

• Canyoning: sport en natuur - een leesoefening

De tekst staat in de syllabus (p. 29).

We lezen de tekst + woordenschatverklaring + discussie

• Grammatica: de progressieve vorm

Wanneer we willen uitdrukken dat de activiteit op dit moment plaatsvindt, gebruiken we de progressieve vorm. Er zijn verschillende manieren om dit te zeggen:

 

1. Ik ben een boek aan het lezen.

2. Ik ben bezig een boek te lezen.

3. Ik ben bezig met lezen.

4. Ik zit een boek te lezen.

 

De theorie vind je in de syllabus (p. 79), de oefeningen op p. 30 en 31.

De laatste oefening is huiswerk!

Donderdag 8 november

• Feesten - een spreekoefening
  Hou je van feesten? Welke feesten zijn voor jou belangrijk? Geef je cadeaus? Eet je speciale gerechten? Een hele lijst vragen om te bespreken met je collega's in de klas. (de lijst vind je hier).
• Welk feest is het?Een oefening uit de syllabus p. 24.
• Grammatica - possessieve vormen
  Er zijn diverse manieren om bezit uit te drukken in het Nederlands.
  Voorbeelden zijn:

  De auto is van mij. Het is mijn auto. Het is de mijne.

          We maken oefeningen in de syllabus (p. 26). Op p. 87 is er een theoretisch schema.

• Grammatica - infinitieven met ver-
  Het participium van infinitieven die beginnen met ver- hebben geen ge-.
  We maken een oefening (p.27-28) + theorie (p. 77).
• De wens van de houthakker
  Een sprookje + een oefening op het imperfectum.
  Daarna schrijven we in groepen zelf een sprookje.