woensdag 20 maart 2013

Donderdag 14 maart

Deze les starten we met hoofdstuk 8 - Wonen.

  • De grote woonenquete :
Woon je in een huis of een appartement? Heb je veel renovatiewerken gedaan in je woning? Ben je tevreden over je woning? Heb je problemen met je woning?

  • De vakmannen (syllabus p. 53):
een oefening op verschillende werken die je kan doen aan en rond je huis en daarbij de namen van de overeenkomstige vakmannen.

  • Ben je een handige harry of heb je twee linkerhanden? : een spreekoefening.

Doe je het werk zelf of laat je het werk doen door een vakman. We praten over de verschillende klusjes die je kan doen in je huis, en of je die klusjes zelf doet. Zo vinden we de handige studenten in de klas.

  • Een telefoongesprek (syllabus p. 54)
Een leesoefening in de syllabus
Een luisteroefening met de cd
Een spreekoefening, we bellen met de huiseigenaar over een probleem. Hoe zal de eigenaar dit probleem oplossen

  • Het huurcontract (syllabus p. 55)
We lezen het huurcontract en verklaren eventuele moeilijke woorden en termen.

  • Preposities (syllabus p. 55-56)

woensdag 13 maart 2013

Donderdag 7 maart


Vandaag hebben we oefeningen in hoofdstuk 7 gemaakt.

  • De stofadjectieven.
In de syllabus vind je de theorie op p. 88. In de klas hebben we een invuloefening gemaakt. Deze oefening vind je hier.

  • Een persoon beschrijven
De woordenschat vind je in de syllabus p. 49. Iedereen heeft in de klas een foto van een persoon gekozen en het uiterlijk van deze persoon beschreven.

  • Kies het juiste woord
Een oefening p. 49. Dit is woordenschat om complimenten te geven aan een andere persoon. Deze oefening is gecombineerd met een andere oefening 'Koosnamen en scheldnamen'. Welke aansprekingen zijn een koosnaam en welke een scheldnaam.

  • Scheidbare en onscheidbare werkwoorden
In de syllabus vind je de theorie op p. 78. We maakten oefeningen op handouts. De oefeningen vind je hier en hier.

woensdag 6 maart 2013

Donderdag 28 februari

Luistertest 'Een dagje Gent'

Klasgesprek: Hoe zag je eruit toen je een tiener was?

Hoe zien ze eruit? (syllabus p. 49): woordenschat om het uiterlijk van mensen te beschrijven. We oefenen aan de hand van illustraties van mensen.

Je kapsel vertelt (syllabus p. 47): we lezen de tekst en zoeken het antwoord op de vragen bij de tekst.

Adjectieven op basis van een materiaal + participia als adjectief gebruikt (syllabus p. 48+88)

Scheidbare en onscheidbare verba (syllabus p. 50): wanneer scheidbaar en wanneer onscheidbaar + een oefening op de scheidbare verba.